
Klokken
Meer dan zes eeuwen geleden was er een rijke vreemdeling, die op een zondagochtend in Zwijnaarde kwam binnengereden. Vol verbazing zag hij op het hek voor de kerk drie mannen zitten, die met de handen aan de mond om beurten riepen: "Kom Naar de kerk, De Clerck!", " Kom naar de kerk, Verbust!", Kom naar de kerk, Mathys!", "Kom naar de kerk, Van Maele!"…. Verbaasd vroeg de vreemdeling, wat dit te betekenen kon hebben. Navraag leerde hem dat de gemeente te arm was om zich een carillon of zelfs maar een eenvoudige luiklok te kunnen aanschaffen. De rijke vreemdeling bood aan om aan de kerktoren drie klokken te schenken, als de drie mannen, die hij had zien zitten, ze zelf wilden maken. Toen hij de volgende maal in het dorp kwam was het terug zondag. Hij ging naar de kerk en hoorde uit de toren merkwaardige geluiden komen : "Tong! Bons! Plof!" hoorde hij. Het bleek, dat de drie mannen een tinsmid, een timmerman en een leerlooier waren geweest en ze hadden de klokken, in stijl met hun ambacht gemaakt van tin, hout en leer… Het was tenslotte de klokkengieter Antoon Bette die de eerste bronzen klok mocht gieten,- De St.-Corneliusklok werd in 1411 gegoten. Het was waarschijnlijk een andere Zwijnaardse weldoener die de klok bekostigde.
Misschien is het maar een fabel, maar dan is het een van de zeer vele verhalen, die in Vlaanderen rond de klokken leven.
Eric De Keyser- Ons Land 1953