VEUVE CLIQOUT

De naderende feestdagen brengen altijd een gevoel van gezelligheid en warmte met zich mee. Een moment om samen te zijn met geliefden en te genieten van elkaars gezelschap. En wat past er nu beter bij deze feestelijke periode dan een sprankelend glaasje champagne? Het bruisende en verfijnde karakter van champagne maakt het tot een perfecte drank om te proosten op de momenten die gaan komen. Dus laat de kurken maar knallen en geniet van de magie van de feestdagen!

Wijnproef – Schilderij van Johannes Vermeer
Wijnproef – Schilderij van Johannes Vermeer

Nu de feestdagen volop aan de gang zijn, en er menig flesje bubbels zal ontstopt worden vinden we het gepast om over de 'Champagne' een woordje te schrijven.

Ik wil het hier dan ook hebben over Veuve Cliqout die wereldberoemdheid zou verwerven tot in de uithoeken van de aarde. Ze gaf haar naam aan het prestigieuze champagnehuis dat al eeuwenlang bekend staat om zijn verfijnde bubbels en ongeëvenaarde kwaliteit. 

Wij zijn echt nog geen echt wijndrinkend land. Wat niet wil zeggen dat we er toch stilaan beginnen bij te behoren. Onze eigen Vlaamse wijnproductie begint zeker zijn plaats op te eisen in het Europese wijnlandschap. De grote producties zijn er nog niet, maar kwalitatief behoren ze zeker tot de betere Europese wijnen. Zo ook mogen we fier zijn op onze Zwijnaardse wijnen!

Wij hebben ook nog de gewoonte om bier te drinken. Wijn is voor velen nog een luxe en toch ziet men hier en daar, op de volkse eettafels, reeds een lekker rood of wit landwijntje verschijnen.

Toch blijft het zo dat de meesten hoogstens kunnen beoordelen of een biertje goed wordt getapt en een borrel niet versneden is. Maar toch vinden ze een dure Chateau Margaux "zuur", en nauwelijks te onderscheiden van een zeker roodachtig vocht, dat voor een St.-Julien verkocht wordt. Echte wijn-verliefde mensen zijn in onze streken toch nog altijd vrij zeldzaam. Alleen enkele Vlaamse

dichters hebben de wijn verheerlijkt …terwijl ze hun vierde biertje dronken.

Maar en wijn bezit het hermelijn van eerbied, en dat is de champagne. Het woord champagne is een begrip geworden; een begrip dat feestelijkheid en overvloed, blijheid en zorgeloosheid symboliseert. Het goudfonkelende, mousserende vocht, dat vol leven schijnt, heeft zich zelfs bij ons een zetel van waardigheid weten op te bouwen. Champagne is de koning van de wijnen, en we hebben dat koningschap erkend. Misschien komt dat ook door zijn afkomst, want champagne is geen vrucht van een brein vol handelsspeculatie. Hij stamt niet uit een laboratorium!

De champagne is een kostbaarheid, die in een stille kloosterkelder werd geboren. De vader ervan was Dom Pérignon, keldermeester van de abdij in Hautvilliers. Hij speelde het klaar om het "mousseux" dat de jonge wijn ontwikkelde, duurzaam te behouden – wat overigens in nauw verband stond met het gebruik van de kurk, dat omstreeks het einde van de zeventiende eeuw werd ingevoerd.

Dom Pérignon zette de traditie verder van vele andere, beroemde abdijen, die voor de mensheid kostelijke dranken hebben gestookt: die van de Benedictijnen en van de Kartuizers, waar we uitstekende likeuren aan danken. Na zijn dood in 1715 werd voor hem een gedenksteen opgericht.

En toch wilde men nog niet zo graag deze ontdekte champagne. Men vond dat behouden mousseux iets kunstmatigs, en meende dat men bedrogen werd. Doch de grote fijnproevers van de achttiende eeuw wisten Dom Pérignon zijn vondst te waarderen; Lodewijk de Veertiende maakte de champagne tot zijn lijfdrank – en het Rococo vond in de champagne een wijn die paste bij zijn ganse vormwereld. Schuim, tinteling, leven … dat zou geen drank zijn geweest voor een streng puriteins tijdperk, maar wel voor het vergulde boudoir vol meissonnier-krullen en guiloches. Met de champagne bracht de achttiende eeuw zelfs haar wijn in stijl!

En het kantwerk van de geschiedenis kloste verder, met die merkwaardige nauwkeurigheid het onbekende patroon volgend dat men er later eerst in herkent. Het einde van de achttiende eeuw bracht het einde van het Franse feodalisme, en de opkomst van de bourgeoisie. De titels verdwenen; de mens en zijn arbeid werd troef. Was het niet echt een verschijnsel van de tijd, dat de deftige baron Ponsardin in 1794 zijn zeventienjarige dochter uithuwde aan François-Marie Cliqout uit Reims, bankier en groothandelaar in wijnen, veel rijker, maar ook vel ouder dan zijn bruid?

Vijftig jaar ervoor zouden alle wijnbergen van de heer Cliquot niet hebben verhinderd dat het huwelijk van de kleine barones Barbe-Nicole een mésaillance (een alliantie die niet leidt tot de verwachte vervulling) werd genoemd.

Maar na de macabere dans van de gevallen aristocratenhoofden vond men er niets vreemd meer aan. Niets vreemds, ook aan de interesse die de jonge barones voor het bedrijf van haar man aan de dag legde, tot in de technische details toe. En deze belangstelling droeg haar vruchten: reeds in 1805, toen ze pas achtentwintig lentes telde, kwam de opgedane kennis haar te pas. Toen was de jonge vrouw reeds de Weduwe Cliquot-Pontsardin, onder welke naam ze wereldberoemdheid zou verwerven tot in de uithoeken van de aarde.

En met een vervaarlijke energie toog ze aan de arbeid, om het bedrijf uit te breiden, waartoe haar belangrijkste daad was de uitvinding van de remuage.

Dit was een verbetering van het procedé, dat sindsdien alle champagnebedrijven hebben overgenomen:

Het licht schudden van de flessen, elke dag, gedurende twee maanden, terwijl ze onder een hoek van precies dertig graden in rekken liggen, met de hals omlaag.

De remuage hield de champagne nog levendiger en tintelender, en de Veuve Cliquot-Ponsardin deelde deze kwaliteiten met haar wijn. Ze werd de meest beroemde weduwe uit de geschiedenis, en weigerde deze staat prijs te geven, zoals Elisabeth zich tot in de grijsheid bleef handhaven als "The Virgin Queen".

Kinderen had het kortstondige huwelijk niet voortgebracht, maar het lot had voor de zakelijke erfopvolging gezorgd.Een jonge Duitser uit Wetzlar aaan de Lahn, Werle geheten, kwam in het weelderige champagneland werk zoeken. Hij klom in de établissementen Cliquot-Ponsardin ten slotte op tot compagnon van de beroemde Veuve, om na haar dood in 1866 alleenbezitter van de kolossale onderneming te worden.

En waar men in Frankrijk het voortbrengen van goede wijn even belangrijk acht als een heldhaftig wapenfeit, zetten de kinderen van Werle een accent-aigu op hun laatste letter, ontvingen een graventitel en noemden zich "Comte Werlé". De oudste zoon huwde zelfs de Hertogin Montebello. Er zat beweging in de Champagne!

De beroemdste aller weduwen stierf, 80 jaar oud, op haar prachtig kasteel Boursault, midden tussen haar beminde wijngaarden.