Restauratie van de Sint-Rochuskapel

Restauratie van de Sint-Rochuskapel

De allerlaatste keer dat de Zuidelijke Nederlanden door de pest werden getroffen, was tijdens de epidemie van 1667-68. Tot dan had de ziekte meer dan drie eeuwen lang in opeenvolgende golven de bevolking gegeseld: minstens een keer per decennium werd ze met een zware pestopstoot geconfronteerd. Ook de pest spaarde Vlaanderen niet.


Wat deden de mensen hiertegen toen er van vaccineren nog geen sprake was? Ze bouwden vooral kapelletjes! Dat deden ze ook in Sint-Denijs-Westrem en in Zwijnaarde. Beide gemeenten bleven tijdens de grote cholera-epidemien van 1849 en 1866 grotendeels gespaard. Uit dankbaarheid schonk de familie Soenens, de toenmalige burgemeester van Zwijnaarde, in 1869 een kapel gewijd aan Sint-Rochus. Hij is de patroonheilige van de besmettelijke ziekten, zoals eertijds de pest en de cholera.
Oorspronkelijk was de kapel gelegen langs de oude spoorlijn De Pinte – Gent.(1839) Lopend onderzoek van een werkgroep, "de vrienden van de Sint.- Rochuskapel" wijzen in de richting dat de kapel waarschijnlijk aanvankelijk in Zwijnaarde stond.


Na 1913(Wereldtentoonstelling en opening van het Sint-Pietersstation) werd de spoorwegbedding verlegd en liep van dan af door Sint-Denijs-Westrem.


Het was ridder Emile Soenens, de toenmalige burgemeester van Sint-Denijs-Westrem die toen besliste de kapel in Zwijnaarde af te breken en opnieuw te bouwen op de huidige locatie. Jean-Baptiste Soenens deed na WO II de gepaste herstellingen.
Aangezien dit stukje erfgoed zijn oorsprong in Zwijnaarde zou hebben geniet dit project ons volle interesse. We zijn dan ook bereid om te helpen bij het opzoeken van verdere gegevens en bij te dragen, met een bescheiden bedrag, tot de restauratie van de kapel.


Wie ook wil helpen kan doneren op rekening BE73 7350 5966 2260 geopend bij Dekenij BORLUUT, waar het uitsluitend voor dit project gebruikt en gecontroleerd wordt.